De springersknie wordt ook wel jumpers knee genoemd. In de medische wereld heet het apexitis patellae. Het is een overbelasting van de kniepees. Dit is de pees die van de onderkant van de knieschijf naar het onderbeen loopt. Een springersknie ontstaat vooral tijdens sporten waarbij veel wordt gesprongen, zoals volleybal en basketbal. Door het vele springen raakt de pees aan de onderrand van de knieschijf overbelast.
Een springersknie ontstaat vooral tijdens sporten waarbij veel wordt gesprongen, zoals volleybal en basketbal. Door het vele springen raakt de pees aan de onderrand van de knieschijf overbelast. Dat kan komen doordat de spieren aan de voor- en achterkant van het bovenbeen niet flexibel genoeg zijn. Ook standsafwijkingen zoals x- en o-benen kunnen bijdragen aan een overmatige belasting van de kniepees en de ontwikkeling van een springersknie. De oorzaak van die te hoge belasting zijn vaak te moeilijke en te zware oefeningen, te veel herhaling van bewegingen in de oefenprogramma's en te diep doorzakken bij de (af)sprong of landing.
De symptomen bij een jumpers knee zijn pijn aan de onderkant van de knieschijf. De pijn komt vooral na het sporten. Wanneer je op de knieschijf drukt, voel je meer pijn. Dat geldt ook voor het aanspannen van de bovenbeenspieren en strekken van het been terwijl iemand het onderbeen tegenhoudt. De klachten bij een springersknie kunnen lang blijven sluimeren.
Middels echografisch onderzoek kan de jumpersknee bevestigd worden en in ernst beoordeeld worden. In eerste instantie is het belangrijk om alert te zijn op de lichaamssignalen, en niet "maar door de pijn heen te lopen". Volledige rust is helaas ook niet de oplossing. Het is van belang de belasting aan te passen aan wat kan. De behandeling van de (sport)fysiotherapeut bestaat uit passieve en actieve therapie. De passieve behandeling kan bestaan shockwave therapie, evt. in combinatie met tapen. De actieve behandeling bestaat uit oefentherapie bij de sportfysiotherapeut.